Gemeentehuis Joure bijna klaar, raad vergadert tijdelijk in buurgemeente Heerenveen

Een aantal maanden lang vergadert de gemeenteraad van De Fryske Marren in Heerenveen, terwijl in Joure wordt gewerkt aan de verbouwing van het gemeentehuis Herema State. De bouw, die vorig najaar begon, moet dit najaar worden afgerond. Daarmee komt een jarenlang traject van plannen, besluiten en uitstel eindelijk in de laatste fase.

Van 2013 tot 2023
Sinds de ambtelijke fusie van Skarsterlân, Lemsterland en Gaasterlân-Sleat in 2013 maakt de gemeente gebruik van twee gebouwen. “Toentertijd is er al gesproken over dat alle ambtenaren op één locatie moeten komen,” aldus VVD-fractievoorzitter Ivo de Wolff (VVD). Uiteindelijk is in 2019 de keuze gemaakt voor een centrale huisvesting van de gemeentelijke organisatie. Vier jaar later, in november 2023, stemde de gemeenteraad in met een totaalaanpak: naast de verbouwing van het gemeentehuis zelf worden ook park Heremastate, de parkeervoorziening en het gebouw bij de toegangspoort (Herema State 5) meegenomen. In oktober 2024 ging de schop de grond in waardoor de gemeenteraad tijdelijk buiten de gemeentegrenzen moest vergaderen.

Wat vonden de fracties van de plannen?
Over de plannen voor het nieuwe gemeentehuis waren de fracties in grote lijnen positief, al stemde Kleurrijk Fryske Marren destijds tegen. “Maar dat er wat moest gebeuren vonden wij ook,” zegt Geeske Holtrop-Hoekstra. Johan Dijkstra (GroenLinks-PvdA) ziet vooral voordelen: “We zijn gefuseerd, dus is het ook logisch om samen in één pand te zitten. Eerst was dat niet mogelijk en werd er een pand bij gehuurd op het industrieterrein. Maar dan merk je dat de afstand belemmerend werkt. Als groepen elkaar vaker zien, gaat de kwaliteit van de stukken ook omhoog.”

Vergaderen in Heerenveen
Alle fractievoorzitters zien de tijdelijk verhuizing naar buurgemeente Heerenveen vooral als een praktische oplossing. GroenLinks-PvdA-fractievoorzitter Johan Dijkstra vertelt “Je weet dat je niet in Joure kunt zitten, dan ga je bedenken: waar kunnen we nog meer vergaderen? We wilden doorgaan zoals we het altijd deden: toegankelijk voor inwoners en met de juiste techniek voor uitzendingen en opnames. In onze eigen gemeente zijn maar weinig panden die dat kunnen faciliteren.”.

Al voelt het voor sommigen wat vreemd. “In principe wil je natuurlijk altijd in je eigen gemeente vergaderen,” zegt Jan van Zanden (CDA). “Maar de gemeente Heerenveen heeft dezelfde apparatuur voor opnames en uitzendingen. Dan is het eigenlijk heel makkelijk om daar te vergaderen. Bovendien vergadert Heerenveen op dinsdag en donderdag en De Fryske Marren vooral op woensdag, dus dat kwam mooi uit.”

Duur van het proces
Over de vraag of het hele traject lang heeft geduurd, zijn de fractievoorzitters het grotendeels eens: de discussie en besluitvorming sleepten zich jarenlang voort, maar de daadwerkelijke bouw verloopt volgens plan. Corona en de financiën zorgden voor vertraging. “De bouw zelf heeft niet lang geduurd, maar we hebben er wel járen over vergaderd,” zegt Ivo de Wolff (VVD). Johan Dijkstra (GroenLinks-PvdA) nuanceert: “Maar wat is lang? Lang is subjectief. Het is ook belangrijk dat er een goed besluit gemaakt wordt.”

Toekomstbeeld en verwachtingen
De raadsleden kijken vooral vooruit en verheugen zich op de nieuwe raadszaal. “Het publiek krijgt straks meer plek, en raadsleden kunnen elkaar tijdens een debat beter in de ogen kijken,” zegt Johan Dijkstra (GroenLinks-PvdA). “Woorden zijn woorden, maar gezichtsuitdrukkingen zeggen ook heel veel.” Ook Geeske Holtrop-Hoekstra (Kleurrijk Fryske Marren) vindt het fijn dat ze straks meer ruimte hebben: “Het college zit nu echt helemaal achteraan in een hoek. Het is te krap om nu een mooie opstelling te hebben.”

Vooruitblik
Als alles volgens schema verloopt, vergadert de raad in januari 2026 weer in Joure. Het nieuwe gemeentehuis voelt volgens de fractievoorzitters niet als het completeren van de fusie uit 2014. “Die fusie is al meer dan tien jaar geleden geweest. De gemeente ís al compleet,” zegt Jan van Zanden (CDA). Toch noemt hij het, net als Ivo de Wolff (VVD) en Johan Dijkstra (GroenLinks-PvdA), “een mooi sluitstuk” van een lang proces.